Het tussenjaar van Overmars
- ruud pet
- 24 okt 2020
- 2 minuten om te lezen
Mark Overmars zegt, naar buiten toe, nooit zoveel. Beetje de sfinx van Ajax. Maar af en toe sijpelt er natuurlijk, zeker bij Ajax, wel wat naar buiten. Ongetwijfeld via de strategie om het huisorgaan de Telegraaf vast wat voorwerk te laten doen, wellicht om een beetje af te tasten hoe het 'volk' zal gaan reageren.
Onlangs kwam via zo'n opzetje naar buiten dat Ten Hag aandrong op de koop van een (top)spits maar dat vriend Overmars dat niet nodig vond in dit tussenjaar (?). Tja, een tussenjaar, voor wie dan? Als ik gis naar de reden zal het te maken hebben met de corona perikelen. Geen publiek in de Arena, derving van inkomsten dus. De verkoop van het zoveelste batterij aan al dan niet toekomstige vedetten zorgt dat de beursgenoteerde onderneming haar huishoudboekje op orde houdt. En daar is Mark voor ingehuurd. De Raad van Commissarissen steunt dit beleid, Edwin van der Sar beweegt mee, natuurlijk. Ten Hag en de sportieve staf hebben het nakijken. Het 'volk' mort (nog) niet, want ze mogen gelukkig voor Overmars en van der Sar het stadion niet in. Het huisorgaan dat altijd goed is voor een relletje houdt zich opvallend stil...
Maar niet alleen de technische staf heeft het nakijken. Sponsors die veel geld inbrengen natuurlijk ook. Gebrek aan goede prestaties betekent minder en kortere aandacht. Maar ze hebben zich ongetwijfeld voor jaren gecommitteerd aan Ajax en Overmars en de RvC schatten in dat zo'n tussenjaar met minder exposure wel verantwoord is. Sponsors lopen nog niet weg in dit stadium.
Als modale supporter en seizoenkaarthouder heb je echter dubbel het nakijken. Je betaalt met 40 duizenden andere 'malloten' je seizoenskaart, je neemt voor de zekerheid toch maar dat Fox Sport abonnement en je krijgt als waardering een voorhoede die met zichzelf worstelt voor het doel van de tegenstander. Een spits uit het verleden treedt af en toe op als pinchhitter, een Afrikaans talent breekt nog steeds niet door, een eigenwijs Amsterdams talent wordt verkocht aan Club Brugge en speelt daar in de Champions League een puike wedstrijd.
De technische staf raakt tijdens een belangrijke wedstrijd aan het begin van het Champions League avontuur volkomen in paniek en haalt de spelers die wel het internationale niveau halen (Klaassen, Neres en Blind) van het veld in de hoop dat paniekvoetbal uiteindelijk rendeert.
Op de korte termijn haalt Overmars zijn gelijk bij zijn RvC, verliezen sponsoren en supporters, raakt de technische staf gefrustreerd en totaal onmachtig op het moment dat rust en verstand noodzakelijk zijn. Een tussenjaar, werkelijk een doordachte aanpak.....
Comments