Een 'duivels' onderwijs dilemma
- ruud pet
- 13 mrt 2021
- 3 minuten om te lezen
Er komt 8.5 miljard vrij om de onderwijsachterstanden, mede als gevolg van de Corona pandemie, aan te pakken. Prachtig bedrag, maar wat ga je er mee doen?
Een aantal wetenschappers hebben in het kader van deze vraag een 'onderwijs-OMT' bedacht en zij proberen het onderwijsveld mee te nemen in een meer verantwoorde aanpak. Ten opzichten waarvan?
In het basisonderwijs is huiswerkbegeleiding, zijn zomerscholen, een verlengde schooldag, allemaal nutteloos in de ogen van dit 'OMT'. Richt je op een intensief reken- en taalprogramma tijdens de schooldag, dan behaal je een beter resultaat. Investeer daarnaast in de professionaliteit van de leerkracht.
Parallel of onderliggend wordt de discussie over kansengelijkheid gevoerd, mooi op de agenda gezet door de serie Klassen en politiek uitgevent door de Amsterdamse wethouder Moorman.
Verlengde schooldag, zomerscholen, verlenging heterogene (basis)periode tot 14 jarige leeftijd zijn de instrumenten die in deze discussie naar voren komen. De professionaliteit van de leerkracht, van de school staat ook hier op de agenda.
Het onderwijs wordt heen en weer geslingerd tussen meningen, ambities en maatschappelijke krachten.
Lastig om de goede keuzes te maken. Velen worstelen, sommigen laten zich leiden door de waan van de (politieke) dag of worden door ouders met de 'rug tegen de muur gezet'.
Er zijn scholen die voor een strakke aanpak kiezen op het gebied van rekenen en taal, vaak traditioneel onderwijs geven en goed scoren op de Cito-toets. In een wereld waar de cognitieve toetsing de maatstaf is voor onderwijssucces zijn dit succesvolle scholen, stromen kinderen 'mooi' door binnen ons gesegregeerde voortgezet onderwijs.
Er zijn ook scholen die een andere keuze maken en meer proberen aan te sluiten bij de ontwikkelingsvragen van de individuele leerling. Daarbij gaat het niet alleen om de cognitieve vaardigheden, maar ook om sociaal welbevinden, onderzoeksvaardigheden, talentontwikkeling. Aan de eindstreep passen de leerlingen niet automatisch in het profiel van de Cito-eindtoets, laat staan in een VO-profiel. Als je probleemloos kunt leren en een stevige thuisbasis hebt, komt het dan heus wel goed met je, maar anders......? Centraal bij het VO-advies staat de mening van de basisschool, maar daar wordt wel voortdurend aan gemorreld. De Cito-eindtoets mag je niet veronachtzamen volgens het voortgezet onderwijs. Geeft houvast en zekerheid....maar voor wie eigenlijk?
Maar welke keuze is voor het individu, en in het verlengde hiervan voor de maatschappij, nu eigenlijk het beste?
Voor een deel van de kinderen zal het lood om oud ijzer zijn, zij hebben genoeg intellectuele en sociale compensatie. School is hooguit een al dan niet hinderlijke onderbreking. Maar voor anderen maakt het zeker uit. Als in ons onderwijs de toetsing en de daarbij horende afrekening centraal staat zal de nadruk moeten liggen op training van de cognitieve vaardigheden, het op het juiste moment beschikken over de relevante kennis. Dan krijg je de Cito-trainingen die online worden uitgevent en waar grof voor wordt betaald door hen die dat kunnen. Dan zullen (jonge) kinderen na schooltijd en in het weekend aan de bak moeten in de periodes dat er een toets staat gepland.
Ik zag onlangs mijn kleinzoon binnenkomen met een bedrukt gezicht. Bij navraag werd duidelijk dat hij de volgende dag een Cito-toets zou hebben op school en dat was spannend. Zeker voor dit wat onzekere kind bij wie het schoolrapport gedomineerd wordt door de inlegvellen met Cito-scores.....oh ja, hij is 'al' 8 jaar oud.
Op (te) veel scholen is zo'n toets niet langer meer een evaluatiemoment, voor de leerkracht, om de leerling verder bij te staan bij de ontwikkeling, maar een opmaat naar het VO-advies.
Als ouder moet je dan wel sterk in je schoenen staan om niet mee te gaan in de toets- en afrekencultuur.
'Terug naar vroeger' is misschien wel het beste uitgangspunt. Een basisschool waar je leert rekenen en taalvaardig wordt, je wereld groter wordt. Waar je tijd krijgt om te rijpen en niet op je twaalfde keuzes moet maken die je toekomst grotendeels gaan bepalen. Dus terug naar de heterogene onderbouw in het VO, of het inrichten van Junior Colleges (voor 10-14 jarigen). Toetsen als evaluatief moment. Een breed/breder aanbod cultuur en sport. Een school die onderdeel van de buurt is waar het kind woont, waar je de diversiteit in de samenleving als vanzelfsprekend tegen komt.
Kortom breng de ontspanning terug, hou op met het (politiek) gehijg en de afrekencultuur!
Al langer bekend is dat onderwijskundig leiderschap essentieel is. Een school met visie, een bestuur dat niet bang is keuzes te maken zijn helpend.
Welk schoolbestuur durft haar directies hierop te sturen?
Comments